Hoeveel vaste telefoonaansluitingen zijn er in Nederland?

Hoeveel vaste telefoonaansluitingen zijn er in Nederland? Ik tel de analoge en digitale (ISDN) aansluitingen vanaf het begin tot nu, bijgewerkt tot en met eind 2018. De vraag bleek moeilijker te beantwoorden dan gedacht.
(lees ook de reacties onderaan de pagina voor de meest recente status)

(klik voor groter)

In de grafiek voor de ontwikkeling van 1881 tot nu zie je een paar keerpunten. De ingezette groei wordt onderbroken door de 2e wereldoorlog. De groei stijgt pas echt als men vanaf de jaren ’70 het telefoontoestel ook bij particulieren in de huiskamer zet; lange tijd was er zelfs een wachtlijst voor nieuwe telefoonaansluitingen, het einde van die periode zie je terug als een knik rond het jaar 1980. En vanaf omstreeks eeuwwisseling gaat de afbouw ineens (veel) sneller dan de opbouw.

In de grafiek van 1994 tot nu zie je mensen overstappen vanwege vast internet: eerst naar het dan nog redelijk nieuwe ISDN, maar al snel daarna naar DSL, of naar een compleet ander medium. De afname analoog en ISDN is opvallend constant. Bij ISDN lijkt de afname kleiner, doordat het aantal grote ISDN aansluitingen bij bedrijven (PRI) tegelijk zeer sterk groeide.

Aantal vaste aansluitingen in Nederland

De aantallen aansluitingen die ik nodig had voor het tekenen van deze grafieken, lagen bepaald niet voor het oprapen. Het heeft me heel wat dagen werk gekost om ze te verzamelen uit diverse openbare bronnen.

De aantallen DSL aansluitingen waren het gemakkelijkst: deze zijn nog niet zo oud en worden netjes gerapporteerd door de officiële instanties.

De aantallen analoge aansluitingen waren ook relatief gemakkelijk te verzamelen. De alleroudste gegevens kon ik vinden in archieven van kranten en musea en er is een flinke periode dat je de cijfers uit openbare officiële documenten van de overheid kunt halen — de ptt was immers een staatsbedrijf.

Juist heel moeilijk te bepalen was het aantal ISDN aansluitingen. In officiële rapportages worden voor ISDN de termen „kanaal” en „aansluiting” willekeurig door elkaar gebruikt maar dit is een essentieel verschil met grote impact: één ISDN aansluiting van het type BRI heeft 1 of 2 kanalen, één ISDN aansluiting van het type PRI heeft tot 30 kanalen.

De eerste jaren van ISDN werden gerapporteerd door TNO en zij geven precies het moment aan dat hun rapportage omschakelt van kanalen naar aansluitingen. Maar als TNO één „aantal aansluitingen” noemt waar analoog en ISDN bij elkaar opgeteld zijn, dan blijven ze daarvoor vreemd genoeg nog het aantal ISDN kanalen gebruiken. Daarna rapporteerde de opta in aansluitingen. In 2011 nam ACM de rapportage over en aan de hoogte van cijfers die zij rapporteren te zien, moeten dit wel weer kanalen zijn –in elk geval bij de ISDN aansluitingen met 1 of 2 kanalen– maar in hun rapportage noemen zij dit desondanks „aansluitingen”.

(klik voor groter)

Tot slot

Per 1 september 2019 zullen alle ISDN aansluitingen met 1 of 2 kanalen worden opgeheven; eind 2018 had meer dan de helft van alle ISDN aansluitingen nog maar 1 kanaal.

vaste telefoon

Mensen die hun vaste telefoon opzeggen, kregen de afgelopen jaren meestal een VoIP telefoonaansluiting van een andere aanbieder: het aantal analoge aansluitingen nam af met een tempo van zo’n 500000 per jaar, maar het totale aantal VoIP+vast is stabiel sinds 2005. Zoals hieronder in de comments ook te lezen is, tel ik VoIP aansluitingen niet mee in dit overzicht omdat ik dat zie als een internettoepassing: er hoeft geen tweedraadsverbinding voor aangelegd te worden, een VoIP aansluiting is feitelijk puur administratief en kan gemakkelijk volledig geautomatiseerd worden.

In de grafieken heb ik geen rekening gehouden met kerktelefoon, telex, draadomroep, analoge huurlijnen, 2Mbit huurlijnen, IDN lijnen, telefooncellen en andere in onbruik geraakte toepassingen van het analoge net. Mijn verwachting is dat deze aantallen altijd verwaarloos­baar zijn geweest ten opzichte van de weergegeven aantallen analoog, ISDN en DSL.

Het samenstellen van deze lijst heeft erg veel werk gekost dus ik zou het fijn vinden als je hieronder een bedankje achterlaat wanneer je mijn gegevens gebruikt. Mensen die deze gegevens beroepsmatig willen gebruiken, bijvoorbeeld om een grafiek om te zetten naar de eigen huisstijl, kan ik helpen met een Jupyter Notebook en een .CSV bestand met de officieel gepubliceerde cijfers en de omrekentabel die je nodig hebt om hieruit het aantal ISDN aansluitingen af te leiden.

Iedereen die aanvullingen heeft of een pagina met betere gegevens kent,
mag hieronder bij de comments een link toevoegen.

13 gedachtes over “Hoeveel vaste telefoonaansluitingen zijn er in Nederland?

  1. In een oud consultatiedocument vond ik de volgende informatie:
    Op 1 februari 1997 had KPN 3517 reeksen van 10.000 nummers in gebruik,
    destijds waren in totaal 20 miljoen telefoonnummers aan klanten uitgegeven.

    • Hallo Anoniem, goede vraag!
      Ik reken helemaal geen VoIP lijnen mee en heb daar bewust voor gekozen.

      De bovenstaande cijfers laten zien wat het gebruik is van de „tweedraads koper” leidingen die al sinds meer dan 100 jaar met noeste (graaf-)arbeid aangelegd worden.

      De kosten van VoIP (in geld en bandbreedte) zijn verwaarloosbaar in verhouding tot de benodigde internetaansluiting, dus ik neem aan dat iedereen met een (vaste) internetaansluiting zoveel VoIP aansluitingen heeft als hij/zij wil. Bij welke aanbieder dan ook, desnoods SKYPE.

      De waarde van VoIP aansluitingen ontstaat door marketing en gebrek aan gebruikersvriendelijkheid, terwijl die van het koperdraadnetwerk een echte fysieke waarde is — ongeacht de toepassing.

  2. Dat zet me aan het denken.
    Fysieke analoge telefoonaansluitingen zijn aansluitingen standaard ontwikkeld voor telefonie.
    Nu telefonie een toepassing is, op vele dan niet alle netwerktypen uit te rollen, wat is dan nog de waarde van een analoge aansluiting?

    • Analoge telefonie zal voorlopig nog wel waarde houden, want voor sommige gebruikers hoeft bellen nou eenmaal niet ingewikkelder te zijn.

      Je kunt je verder nog afvragen hoe lang het concept van „wachten met bellen tot je thuis bent” nog zal blijven bestaan. Ik heb bijvoorbeeld al besloten dat als mijn DECT telefoon het begeeft, ik geen nieuwe meer ga kopen.

      Voor een bestaand fysiek netwerk kan je een extra toepassing ontwikkelen, het hoeft niet per se spraaktelefonie te zijn.

    • Met VoIP kan je met een direct-IP-call bellen naar een andere VoIP gebruiker zonder dat je daar een telecombedrijf voor nodig hebt, voor VoIP hoef je dus alleen te betalen als je wilt bellen naar mensen met een analoge aansluiting. Ik vind dat je dus zelfs mag stellen dat VoIP aanbieders voor hun bestaan afhankelijk zijn van analoge aansluitingen.

      Terugloop van het aantal analoge aansluitingen in het tempo van de afgelopen maanden betekent dat die er over 5 jaar bijna geen meer zijn en dan is er dus voor geen enkel bedrijf meer iets te verdienen aan vaste telefonie. KPN is de enige die wat zou kunnen doen om het aantal analoge aansluitingen hoog te houden, maar de kosten daarvan zullen ze liever niet in hun eentje betalen. Ik weet niet of het zou helpen als ze voor analoog prijzen zouden gaan hanteren zoals we die kennen van mobiel.

  3. Goed schatten en toch verkeerd… Om te illustreren hoe men in 1973 dacht over de evolutie van de telecommunicatie, hierbij een “voorspelling” aan het einde van de toespraak van de toenmalige Directeur-Generaal van de PTT, Drs. Ph. Leenman bij de officiele indienststelling van de PRX/A in Utrecht-Overvecht:

    „ … Op grond hiervan moet worden aangenomen, dat in het jaar 2000 nog altijd anderhalf miljoen telefoonabonnees op het elektro-mechanische systeem zijn aangesloten. Maar daarnaast zal Nederland in het jaar 2000 vermoedelijk 7 miljoen telefoonabonnees tellen, die van de semi-electronische centrales en de daarbijhorende drukknoptoestellen, die de plaats van de toestellen met kiesschijven zullen gaan innemen, gebruik kunnen maken.”
    Bron: Out of order PRX/A Edm-Vldm A (edmvldma)

  4. Voor de nieuwste versie van de grafiek gebruik ik een nieuwe techniek: ik heb het oude Libre Office spreadsheet namelijk omgezet naar een Jupyter Notebook op colab.research.google.com. De data is bijgewerkt tot en met Q4 2018.

    Officieel vervallen per 1 september 2019 alle ISDN1/2 (BRI) aansluitingen, na 25 jaar bestaan te hebben. Het opheffen van ISDN-1/2 (BRI) mag uitlopen tot 1 januari 2021.
    Voor ISDN-15/20/30 (PRI) is er intussen ook een einddatum vastgesteld: 1 oktober 2021.

    In het overzicht lijkt het alsof het aantal ISDN aansluitingen redelijk stabiel bleef toen analoog enorm daalde in 2006 en 2007. Ik heb het vermoeden dat dit komt doordat in die tijd BRI en PRI bij elkaar werden opgeteld in de gerapporteerde cijfers en in deze periode het aantal PRI aansluitingen zo hard steeg, dat de daling in BRI aansluitingen niet meer zichtbaar is.

    De vreemde ISDN cijfers vanaf 2011 (in de vorige versie leek een enorme stijging te zien), verklaar ik nu daardoor de OPTA rapporteerde in aansluitingen, maar de ACM lijkt te rapporteren in kanalen. Voor de grafiek reken ik de kanalen om naar aansluitingen.

  5. Intussen is de Telecommonitor tweede halfjaar 2019 beschikbaar. Eind 2019 waren er blijkbaar toch nog 40.000 ISDN1/2 (BRI) “aansluitingen” (misleidende term), het uitlopen van de uitfasering is dus alvast gelukt, het wordt nu eind 1e kwartaal 2020.
    De omzet “PSTN” is van het 3e op 4e kwartaal meer dan gehalveerd, terwijl het aantal analoge aansluitingen met maar ongeveer 10% is afgenomen en het aantal ISDN aansluitingen met ongeveer 35%. ISDN-15/20/30 (PRI) is niet meer te vinden. Elk kwartaal verliest DSL klanten.

  6. De telecommonitor vierde kwartaal 2020 is beschikbaar. Wat je ziet is dat het aantal analoge aansluitingen in het jaar 2020 gedaald is met 20%. Het aantal ISDN aansluitingen neemt fors af, maar eind 2020 waren er toch nog tussen de 2500 en 3500 ISDN aansluitingen van het type BRI (digitale aansluitingen met 1 of 2 lijnen).

    Ook in 2020 heeft DSL elk kwartaal minder klanten dan het kwartaal daarvoor, net als in 2019 wordt het aantal zakelijke telefoonaansluitingen niet genoemd in de telecommonitor.

    Uit informatie die ik op een andere manier gekregen heb, blijkt dat ISDN PRI nog helemaal niet uitgefaseerd is. De meeste telecomproviders willen dit in 2021 gaan doen, maar er is een telecomprovider die zegt ISDN-30 voorlopig gewoon te blijven ondersteunen.

  7. De ACM telecommonitor vierde kwartaal 2021 is beschikbaar. Helaas lijkt dit vooralsnog de laatste bruikbare rapportage geweest te zijn, want de eerste openbare rapportage over 2022 bevat niet meer voldoende details om nuttig te zijn.

    Eind 2021 waren er nog 218.000 analoge aansluitingen en tussen 1500 en 2500 ISDN aansluitingen van het type BRI in gebruik.

    Fun fact: hoewel analoge en ISDN aansluitingen al jaren uitgefaseerd worden en er nauwelijks meer overgebleven zijn, gaat nog steeds een belangrijk deel van de vaste telefoongesprekken via deze „verouderde” aansluitingen: ongeveer 10% van het aantal belminuten en 20% van de retailomzet in geld.

  8. Je zegt je negeert VoIP maar ik neem aan in je DSL aantallen zitten toch ook de gebruikers die hun telefoon op het modem aansluiten (en dus via voIP dan bellen). Of je DSL aantallen zijn alleen maar de aantallen DSL aansluitingen van klanten die ook een splitter gebruiken? Op de splitter skuiten ze dan de telefoon en modem aan. Die klanten bellen inderdaad dan nog via POTS/PSTN. Dus wat tel je precies in de DSL grafiek?

Vertel jouw mening

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.